Haer ter Marten

Aantekeningen:

Gedoopt:
1689 den 8 July Jan op de Haer sijn kint
aen gegeven en sal worden genomt Marten, moeder Jenneken

Aantekeningen:

Joannes (Jan) Stephanus ter Haer ook genaamd Haer Jan, geboren te Erve ter Haer, Azelo rond 1624.

Bij geboorteregistratie zn Marten, ingeschreven als Jan de Haer.

Joannes huwde met Hermsen Jenneke 26 dec 1675, Delden Stad. Jenneke , geboren dd Almelo. [Gezinsblad]

Aantekeningen:

Getrouwd:
1675 Proclamati die 28 Novemb:
Dimissi cum attestatione 26 Decemb:
Jan Stevens van die Haer uijt Asele
&
Jenneken Hermsen weduwe van zall: Hermen Gerritsen tot Almeloe

Aantekeningen:

1689
17 augus circa 12 noctis nata Martha; paren legiti Joannes Gosselinck Aleidis ter Haer; 19
baptizata int Broeck; patrini Bernardus ter Haer Maria Gosselinck

Er woont dus medio 1650 ook een Bernardus ter Haer (in 't Broek) met een dochter Aleidis (gehuwd met Joannes Gosselinck) Zij krijgen een dochter op 17 aug 1689 genaamd Martha

Steffen — NN NN. [Gezinsblad]

Aantekeningen:

Van deze Werner heeft Marianne Pont-ter Haar in de Markeboeken een paar leuke stukken gevonden.
Hier komen ze;
● 1578. Werner ter Haer had vorderingen bij Herman Dubbeling wegens verdiend loon. Hij krijgt gelijk van de rechter en krijgt in plaats van geld panden toegewezen. Deze verkoopt Werner daarna publiekelijk zodat hij uiteindelijk toch zijn geld krijgt.

● 1587. Nu staat er van Werner een mooi verhaal in de boeken. Werner Haer ( Haer Wenner) verklaarde n.a.v. de ingediende vordering van Henrick Rorkinck het volgende; (in archief kopie van dit stuk) Hij had Henrick Rorkinck inderdaad een mud rogge verkocht. Maar omdat deze niet in staat was de rogge mee te nemen had hij aangeboden de rogge in drie wagenvrachten af te leveren. Toen hij hiermee bezig was kwamen er enige ruiters met hun knechten aan, deze hadden de rogge uit de zakken gegooid en de zakken meegenomen. Omdat Werner bang was dat de ruiters terug zouden komen om ook de rogge mee te nemen had hij deze intussen verkocht voor 38 stuiver per schepel. Dit geld wilde hij ook weer aan Henrick Rorkinck betalen en hij verzocht het gerecht hem vrij te spreken t.o.v. de ingediende vordering.

● tussen 1580 en 1587. Gerdt ter Haer (Hair) dient namens Werner Hair een vordering in. Deze Gerdt verschijnt regelmatig als schuldeiser of deurwaarder, maar ook weer als schuldige voor het gerechtsambt. In 1580 wordt een Gerdt ter Haer de knecht van Werner ter Haer genoemd. (Kan zijn zoon zijn, maar ook een knecht die de naam van de boerderij van zijn baas aanneemt? !)

Wernerus — NN NN. [Gezinsblad]